The belly rules the mind. ~ Spanish Proverb

maandag 13 december 2010

Braaf visje

Sinds twee weken volg ik een cursus culinaire fotografie, gegeven door specialist Frank Croes. Afgelopen zaterdag mochten we zelf aan de slag met lichten, softboxen (of in het geval van mijn partner en mij een geïmproviseerde softbox met een lamp en een wit scherm aan een wiebelig verlengsnoer) een stuk piepschuim, een vers stukje hele brave vis en een Porsche-mes. Het fototoestel wilde niet meewerken, maar dat krijg je als je stoer wilt doen en niet durft aan te komen met je kleine zeegroene pocketcamera'tje. Ondanks de geduldige uitleg van Lief en mijn geestdriftige aantekeningen duurde het oncomfortabel lang om de diafragmaopening en sluitertijd aan te passen. Gelukkig had mijn fotografeerpartner vroeger zo'n zelfde camera en toverde ze flux alle instellingen op hun plaats terwijl ik met rode wangetjes gegeneerd toekeek. Hieronder een impressie van de resultaten!

maandag 6 december 2010

Sappige oranje jubelteentjes

Als de geur van vorst en brandend hout met scherpe frisheid mijn neus prikkelt gaat er ergens in mijn hoofd een deurtje wagenwijd open en word ik meegesleurd naar de geuren van mijn kindertijd. Vol weemoed denk ik terug aan de intocht van Sinterklaas, in opperste staat van spanning opgekruld op de bank zitten en volledig opgaan in het verhaal van vermiste pakjes, verdwaalde boten en Aart Staartjes. De allereerste avond mijn schoen zetten, Sinterklaasliedjes expres verkeerd zingen, de periode voor pakjesavond waarin de sfeer altijd een paar graden warmer was en de kou me niet leek te deren. De rommelpiet die op school alle laatjes en meubeltjes overhoop had gegooid en voor alle kinderen een cadeautje en mandarijntjes achter had gelaten. Pakjesavond zelf, oergezellig, een traditie waar iedereen elkaar liefdevol plaagde met gedichten en surprises en daarna prettig voldaan naar bed ging. En dan de dag daarna, als ik mijn cadeautjes mocht meenemen naar school om ze trots te laten zien aan mijn vriendinnetjes. Niet dat zij oog hadden voor mijn sprookjesboek of voor de prachtige tekeningen die er in stonden, want zij hadden de nieuwste Barbie en My Little Pony met glitterhaar dat je echt kon kammen.

En mandarijntjes. Zonder mandarijntjes geen december. En onlosmakelijk verbonden met Sinterklaas. Wie zegt dat die appeltjes van oranje sinaasappels zijn? Het zijn mandarijntjes! In deze periode zijn ze op hun best, met een bitter schilletje dat zich niet zomaar gewonnen geeft (hoewel ik ooit een docent geschiedenis had die mandarijnen met schil en al verschalkte) met daaronder een rozet van oranje jubelteentjes die knus tegen elkaar aan zitten. Een sappig zuigend geluid als je de teentjes van elkaar haalt. Zoetzurig in je mond, zacht, maar toch iets om in te bijten. Heerlijk snackfruit waar je van kunt blijven eten. En wat een geluk, het is pas begin december, ik mag nog een hele maand, én een beetje, tot Driekoningen natuurlijk, en dan is het 'Dag jubelteentjes, dahag, dahag, mandarijn!'

maandag 29 november 2010

Eén prikje maar, het doet geen pijn

Naalden, gatver, de gedachte alleen al geeft me hartkloppingen en zand in mijn knieholten. Zodra die naald op het punt staat om mijn bovenste huidlaag te doorboren, begin ik te wiebelen en te zweten en laat zelfs de kleur in mijn lippen het afweten. Mijn hele lichaam gaat op 'weigermodus' of slaat soms gewoonweg af, zoals dat een keer het geval was in het Tropisch Instituut waar ik me moest laten vaccineren tegen smakelijke reisziektes zoals buiktyfus en gele koorts, hoewel dat misschien ook lag aan de geweldige zweetgeur die de dienstdoende arts verspreidde in zijn kotje zonder ramen. Terwijl hij ons onvermoeibaar over de beperkte verkrijgbaarheid van het rabiësvaccin bleef onderrichten, ging mijn kaarsje uit en de sterrenhemel aan.

Op TV zap ik ook steevast weg als er ook maar een glimp van een naald in beeld komt - Trainspotting is zoals je begrijpt ook niet mijn favoriete film - maar de laatste tijd ben ik ongelofelijk genoeg helemaal verslingerd aan de tattooprogramma's van Discovery Travel en Living. Gebiologeerd zit ik aan de TV gekluisterd terwijl de stoere gozers en chicks van LA en Miami Ink de mooiste kunstwerken op armen, benen, ruggen en voeten tevoorschijn toveren en vandaag zag ik een van de stoerste tattoos ooit: een food tattoo! De vriendin van een chefkok liet een slagersmes met een vork en een lepel op haar zij zetten. Niet dat ik dat ooit zou durven, ik ben veel te schijterig, niet alleen voor die naald, maar ook voor het idee dat ik voor altijd met een soort drietand, vikinghellebaard en kolenschop op mijn lijf moet rondlopen.

De eerste keer dat ik een 'foodtattoo' in levende lijve zag, was op de arm van een collega van mijn zwager, die uit liefde voor zijn afkomst een prei had laten tatoeëren, het symbool voor Wales. Tegenwoordig is het blijkbaar een rage en hoewel de meeste koks, zelfs die van de chique restaurants, tattoos hebben (Anthony Bourdain!) vind ik het toch ongelofelijk wat sommige mensen op hun 'canvas' laten zetten: spuuglelijke, felgekleurde cupcakes met doodskopjes, blikken Campbell's soep, kreeften, pizza's, spaghetti... Zelfs hele groenten- en fruitmanden, een bacchanaal waardig. Hoe ver heen moet je zijn om een hamburger bij een tattooshop te bestellen in plaats van bij de gele M? Of een lap bacon als 'armband' te laten tatoeëren?

Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen tattoos, ik vind ze over het algemeen cool en stoer, mooi ook, maar hoe gek ik ook ben op eten, zoetigheid, thee etcetera, toch kun je me niet zo gek krijgen om die liefde te vereeuwigen op mijn huid. Bovendien moet ik er niet aan denken dat ik op mijn 65e ergens onder een vetrolletje nog een tattoo terugvind. Nee, echt niet, geen prikkende naaldjes in mijn poezelige blanke velletje, zelfs niet als mijn kaarsje uit is!

Wat bezielde deze man eigenlijk? Nu maar hopen dat hij een paar mooie petten in huis heeft voor het geval zijn haar niet wil groeien...

Photograph: Peter Byrne/PA via The Guardian

maandag 22 november 2010

Wallraf-Richartz-soep

Augustus een paar jaar geleden, Lief en ik, bijna student-af, reizen met een goedkoop ticket met de Thalys naar Keulen voor een low budget stedentrip. Het vooral niet sfeervolle hotel is ook studentenbudget en heeft voor ons de pikdonkere 'suite' op de zolder gereserveerd. 's Ochtends worden we tijdens het ontbijt wakker gefiedeld door 'Contemporary popular music in violin' en 's nachts word ik wakker gekriebeld door sprinkhanenpoten die over mijn arm kruipen. Erg romantisch dus, en tot overmaat van ramp ligt er een verkoudheid op de loer die haar slijmerige vingertjes niet van me kan afhouden. Al snotterend loop ik met een zakdoek in de ene hand en de hand van Lief in de andere door de regenachtige stad totdat de zonnestralen door de wolken breken en een beetje warmte brengen in de grauwheid.

Na de zoveelste regenbui zoeken we ons heil in het Wallraf-Richartzmuseum. Lief wil de kunstwerken echt bekijken, ik wil alleen een droge plek waar er niet om de haverklap een druppel aan mijn neus hangt, of die nu van de regen komt of niet. We lunchen in het museumcafé met een hartverwarmende wortel-gembersoep die de strijd aangaat met de verkoudheid in mijn luchtwegen. Heerlijk. Sindsdien maak ik deze zachte, pittige soep regelmatig en elke keer weer geniet ik van de troostrijke warmte die bij elke hap door mijn lijf stroomt.

Het oorspronkelijke recept is alleen met wortel en gember, maar het is ook erg lekker om er een scheutje kokosmelk aan toe te voegen, een Djeroek Poeroetblaadje (limoenblad) of een snufje Ras-el-Hanout en bijvoorbeeld een deel van de wortelen te vervangen door zoete aardappel en/of pompoen.

Voor 2 personen:
Ongeveer 700 gram wortelen (4 of 5 grote)
1 liter groentenbouillon
Stukje gember van ongeveer 2,5 cm, geraspt of fijngehakt
2 teentjes knoflook, geraspt of gesnipperd
1 ui, gesnipperd
Laurierblaadje
Zout
Peper
Evt. snufje komijn
Evt. 1/4 theelepel chiliflakes

Schrap de wortelen en snijd ze in schijfjes. Doe een scheutje olie in een soeppan en fruit de ui, knoflook en gember licht aan. Voeg op dit moment de komijn en chiliflakes toe en fruit eventjes mee. Als de uitjes en knoflook zacht zijn, maar nog geen kleur hebben, de schijfjes wortel en het laurierblad toevoegen, even meebakken en daarna afblussen met de bouillon. De groenten in de bouillon laten koken tot ze zacht zijn en daarna de soep pureren (vergeet niet om eerst het laurierblaadje eruit te halen!) en op smaak brengen met zout en peper.

zaterdag 13 november 2010

Die Leiden des jungen Prinzes

Het heeft niet mogen baten, het heeft niet mogen zijn. Na een wekenlange strijd heeft hij het opgegeven. Achteraf gezien ging het al langer niet goed met hem, hij had geen eetlust, hield geen vocht binnen en spuugde alles uit.

Ik dacht dat hij eenzaam was en kocht wat vrienden voor hem: Bieslook, Oost-Indische kers en Rozemarijn. Hij kon ook wel wat vakantie gebruiken, dacht ik, en stuurde hem samen met zijn vrienden uit logeren naar landelijk gebied, waar ze naar hartenlust konden genieten en ontspannen. Hij kreeg zelfs een nieuw onderkomen, verhuisde van zijn zakje naar een ruimer mandje, werd gekoesterd en in de zon gezet, maar het was al te laat. De slechte invloed van zijn vrienden, die steeds meer dronken, zich niet meer wasten en tot slot onder het ongedierte kwamen te zitten en stierven, bleek al onderhuids te sluimeren.

De koude dagen en de natte grauwheid maakten dat hij zich nog eenzamer voelde, onbegrepen, in de steek gelaten door zijn vrienden. De traumatische ervaringen van de afgelopen maanden bleven door zijn hoofd spoken waardoor hij steeds dieper wegzakte, niet meer in staat om te eten of drinken. Ik deed een laatste poging om zijn pijn wat te verzachten, zette een altijd vrolijk vetplantje naast hem, in de hoop dat hij zich daar wat aan op zou trekken. Maar het guitige gekwebbel deed hem alleen maar meer in zijn schulp kruipen. Lusteloos liet hij zijn steeltjes hangen, deed zijn best niet meer om zijn groene blaadjes te verzorgen en te laten schitteren zodat ze uiteindelijk verdorden, reddeloos verloren.

Het sprookje is voorbij, de kleine prins is niet meer. We zullen hem missen.























P.S. Ja, ik heb ook gemerkt dat het raam vies is!

zaterdag 6 november 2010

Huisvlijt: Jack-o-Lantern in the House!

Niets zo leuk als spelen met eten, als je het daarna maar zelf opeet... Vrijdag 29 oktober deed ik mee met een workshop cupcakedecoratie 'Halloween' bij Gitte van Taartelicious en ziehier het resultaat! Heb je ooit zo'n schattig spinnetje en spookje gezien (zei zij bescheiden)? Niet te veel op de details letten; suikerpasta boetseren is nog best moeilijk! En natuurlijk had ik mijn trutte-allures even opzij moeten zetten en mijn nagels moeten knippen...


De zaterdag voor Halloween hebben we ze - met het risico van een psychedelische trip door de kleurstoffen - lekker opgepeuzeld en hartelijk gelachen om Lief die heel toepasselijk een grijnzende mond vol zwarte tanden had van het grind bij het grafsteentje. Het bracht ons in ieder geval helemaal in de stemming voor de grimmige sfeer van Tim Burton's Alice in Wonderland!

maandag 1 november 2010

De Groentenboeman en het Fruitspook

'Onze Lore eet geen groente, ze spuugt ze gewoon uit!' 'Ik ken een moeder die elke dag fruittaartjes bakt om haar kinderen toch maar fruit te laten eten.'

Als ik dat soort dingen hoor, valt mijn mond open tot aan mijn tenen, waarom lusten kinderen tegenwoordig niets meer? Oké, ik heb ook mijn voorkeuren; zo gruwel ik van erwtjes uit blik, omdat ik als kind een keer mijn bord niet leeg wilde eten en mijn ouders me net zo lang lieten zitten totdat ik het bord met kleffe, koude erwtjes wel leeg had gegeten. En mijn broertje presteerde het toen hij nog heel klein was om zijn sla alleen te eten nadat mijn moeder er vanillevla doorheen had geroerd. En ja, gekookte andijvie lijkt op snot.

Maar toch. Van onze ouders moesten wij alles proeven, en hoewel dat de ene keer beter verliep dan de andere, hebben wij nooit de groente- en fruitfobie opgelopen die momenteel gemeengoed schijnt te zijn. Veel kinderen lusten alleen tomaat, komkommer en een klein blaadje sla, appels zijn alleen goed als moes, broccoli en bloemkool lijken op hersenen en zijn dus eng, sinaasappels zijn zuur, wortelen zijn voor het paard van Sinterklaas en boontjes, wie lust er nu boontjes?! Het gaat zelfs al zo ver dat je regelmatig hoort 'Ik lust geen groente, dus...' Alsof 'geen groente lusten' betekent dat je dan geen enkele groente wilt eten alleen maar omdat het in die categorie valt! Dus als chocolade 'groente' had geheten was het ook niet lekker geweest? Of dan ineens wel?

Geen groente bij het diner, chips bij de lunch, want hé, aardappels zijn toch een soort groente? Maar we nemen ook geen ontbijt, want bruine boterhammen zijn goor, cornflakes worden zompig en die moeten in melk, gatver! Neem maar een ontbijtkoekje van Lu, met chocolade en suiker, en een glas sinaasappel uit een pak, dan kom je de ochtend wel door. Tussendoor een candybar, gooi je boterhammen weg, en thuis linea recta achter de XBox; Lara zal je wel gemist hebben.

De voedselindustrie springt hier handig op in: kaas en worst in Mickey Mousevorm, gemanipuleerd witbrood - dat eigenlijk bruin brood is, maar in een wit jasje - handige snack- en dipproducten met allerlei kunstmatige additieven en plastic verpakkingen waar niemand van wakker ligt. Snelheid, gemak en en hapklaarheid staan voorop, gezondheid haalt niet eens de top 10. En hoewel de gele M en de kruidenier die op de kleintjes let er van alles aan proberen te doen om mensen 'on the go' aan de groente en het fruit te krijgen - wortelballetjes en appelschijfjes bij het Happy Meal of op reis - zijn de groentenboeman en het fruitspook nog springlevend.

En wat is het jammer, er is zo veel keus, zo veel lekkers, zo veel verse producten die er om schreeuwen om met liefde klaargemaakt te worden. Misschien piep ik wel anders als ik zelf kinderen heb, maar ik zal ze zeker kennis laten maken met mevrouw Spruit, meneer Peer, madame Appel, monsieur Broccoli en hun hele familie. En ik beloof plechtig dat zelfs de gezusters Erwt en slijmerige oom Andijvie aan bod zullen komen.

dinsdag 26 oktober 2010

Cosy food

Doe de gordijnen maar dicht, de verwarming op 10, kaarsjes aan en slofjes aan je voeten. Laat de regen gezellig op het raam tikken, laat het roodborstje lekker buiten zitten en nestel je tegen je geliefde op de bank met een dekentje over jullie voeten.

Heel romantisch en hartverwarmend allemaal: een beetje knuffelen, strelen, hier en daar een kusje stelen, maar dan: Realitycheck! Bekvechten om de afstandsbediening en over wie wat mag kijken. Hij wil zijn kennis van de vaderlandse geschiedenis bijspijkeren in de vorm van een zeer erudiete serie over de Lockheedaffaire en Den Uyl (die tafeltennist!). Zij wil wegdromen bij sexy semi-vegetarische vampiers met scherpe tanden en brede borstkassen die tenminste nog weten hoe ze een vrouw moeten behandelen. Een patstelling dus.

Toch is de behoefte aan een cosy avond groter dan henzelf en het onmogelijke gebeurt: ze stappen samen de keuken in om een heerlijk winterwarm gerecht te maken. Hij het groen/blauw gestreepte schort, zij het witte met delftsblauwe tegeltjes. Afwas aan de kant, twee snijplankjes naast elkaar - harmonieus. Hij snijdt de uien en worteltjes, raspt de knoflook en maakt tomatensaus.

Zij kookt de linzen, grilt aubergines en roert Manouri, melk, peper en maïszetmeel zachtjes tot een lekkere kaassaus en samen bouwen ze laagje voor laagje hun eerste wintermaaltijd: een laag tomaten, een laag aubergines, een laag tomaten, een laag aubergines en ten slotte de zacht golvende kaassaus die knapperig en smeuïg de pittige, kruidige groenten zal bedekken.

Ze genieten er samen van, aan een mooi gedekte tafel bij kaarslicht. De eerste koude dag is een feit, besloten met een winterwarme maaltijd.

Dus lok je Lief naar de keuken en maak samen dit recept:

Vegetarische Moussaka

(4 personen)

2 aubergines (in plakken)
olijfolie
zout en peper
100 gr. (Puy)linzen
1 liter groentenbouillon
1 el olijfolie
1 ui (gehakt)
2 teentjes knoflook (gehakt)
2 wortelen (in kwarten)
1 1/2 tl kaneel
1 blik (400 gr) tomatenblokjes
1 handje platte peterselie
naar smaak: chiliflakes

1 pakje Manouri à 200 gr of 200 gr feta
1 el maïszetmeel
melk

Bestrijk de aubergines met olijfolie en strooi er zout en peper overheen. Gril de plakken aan beide kanten in een grillpan totdat ze zacht zijn. Kook de linzen beetgaar in de groentenbouillon (afhankelijk van de linzen, ca. 20 min), giet ze af. Verwarm de olijfolie in een hapjespan of grote koekenpan en fruit de ui en knoflook tot ze zacht zijn, maar nog niet bruin. Doe de wortelen erbij en bak nog 2 minuten. Voeg de kaneel en de blokjes tomaat toe, laat dit 10 minuten pruttelen en schep dan de linzen erdoorheen. Laat nog 5 minuten doorpruttelen. Voeg ten slotte de peterselie en zout en peper toe en laat de saus iets afkoelen. Je kunt eventueel nog naar smaak wat chiliflakes toevoegen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Leg lagen aubergines en saus om en om in een ovenvaste schaal. Begin met een laagje saus en eindig met een laag aubergine.

Maak de kaassaus door de Manouri of feta in een laagje melk al roerend te smelten op een laag vuur. Breng zachtjes aan de kook. Doe ondertussen een eetlepel maïszetmeel en wat koude melk in een kommetje en roer het glad. Strooi er wat verse zwarte peper uit de molen doorheen. Voeg dit mengsel toe als alle kaas is gesmolten en haal het meteen van het vuur. Roer zachtjes om en schenk de saus voorzichtig over de aubergines.

Bak de moussaka ongeveer 35-45 minuten in de oven totdat de kaassaus mooi goudbruin is gekleurd. Serveer met een groene salade en knapperig brood.



Dit recept komt uit de Zweedse 'Elle Mat & Vin' die ik voor mijn verjaardag van vriendin J kreeg.

donderdag 21 oktober 2010

Moshi Moshi

'Welkom in Chinatown, treed door de rode poort, begroet de leeuwen en geniet van de exotische smaken en geuren en laat u meevoeren naar verre oorden.'

Afgelopen zaterdag maakten Lief en ik samen met twee vrienden een culinaire wandeling 'De Japanse keuken' met Daphne van Food for Foodies, die ons alle ins en outs van de Japanse keuken leert kennen en ons meeneemt op een grand tour langs alle Aziatische winkeltjes in de Van Wesenbekestraat.

In de piepkleine Japanse winkel, die er nog niet zo lang zit, verdringen we ons aan weerszijden van de diepvrieseilanden om alle vreemd ogende pakjes en zakjes te begluren, bevoelen en besnuffelen. Op de witte planken staan allerlei soorten zeewier, bonitovlokken, dashi-pasta, sojasaus en andere geheimzinnige potjes met onleesbare karakters. Bij de kassa staat grote plastic pot met gele deksel met een wel heel interessante, grijsbruine substantie erin. Het blijkt kwal te zijn, een delicatesse in veel Aziatische landen. Ehh, tentakeltje, anyone?

We invaderen nog een stel andere Aziatische winkeltjes (vooral Chinese) waar de winkeliers en klanten ons verbaasd aankijken. We staan ook steeds enorm in de weg; we moeten ons tegen de rekken drukken om de steekkarretjes met dozen en zakken te ontwijken die dan doodleuk ergens midden in de winkel worden neergepoot zodat je er bij het naar buiten gaan alsnog bijna je nek over breekt.

Bij de Spar Criée vergapen we ons aan al het lekkere en bijzondere vlees dat er ligt: Bressekippen met hun felrode kam en zwarte poten, fazanten, bosduiven, en orgaanvlees zoals slokdarmen, varkensoren, pens, maagjes, poten en snuiten, niertjes en uteri. Een van de vrienden zegt heel tactisch dat een varken op anatomisch vlak nogal lijkt op een mens, smakelijk...

Daphne vertelt ondertussen onvermoeibaar verder over noedels, oliën, kruiden, Japanse biefstuk en sojasaus. Ze vergelijkt de Japanse eetcultuur met de onze en beschrijft haar eigen ervaringen in Japan zodat we er ons echt een voorstelling van kunnen maken. Japanners eten bijvoorbeeld de hele dag door en lopen tijdens het shoppen niet alleen van schoenenwinkel naar schoenenwinkel, maar ook van eettentje naar eettentje. Dat zouden ze hier van mij ook wel in mogen voeren! Beetje shoppen, eten, nieuw paar schoenen vinden, eten, ...

's Middags maken we in de kookstudio een lekkere sushi met dille en gestoomde makreel (lekker dedderen met kleefrijst en zeewiervellen), rundvleeslapjes met noedels en een sesamsaus, misosoep met paddenstoeltjes en lente-ui en een dessertje van rode vruchten met groene theegranita.
Het voorgerecht is supersimpel maar ontzettend lekker: edamameboontjes (in een grote zak uit de vriezer), gekookt in zout water en bestrooid met nog meer zout, waarbij je de boontjes zo uit de peulen trekt met je tanden.

Na afloop dwalen we voldaan nog even door de straat om daarna door de prachtige poort weer terug te keren naar de Westerse wereld.

zondag 17 oktober 2010

Vis bij de leeuw

Goed nieuws! De supermarkt met de leeuw doet eindelijk ook mee: sinds een aantal weken heeft de supermarkt zijn eigen viswijzer.

Afgelopen vrijdag stuurde mijn zwager me een link van Stichting De Noordzee met het bericht dat Delhaize in december 2009 een overeenkomst heeft gesloten met het WWF om hun ecologische voetafdruk te verkleinen door onder andere verantwoorde vis in hun productgamma op te nemen. Stichting De Noordzee staat in voor de analyse en inhoudelijke beoordeling van de vis (in functie van de viswijzer). Zo weet je als klant zeker dat je kiest voor vis die op een milieuvriendelijke manier is gekweekt en niet komt uit overbeviste gebieden. De bedreigde vissoorten zullen verdwijnen uit het assortiment en de etiketten zullen duidelijkheid verschaffen over plaats waar de vis is gevangen of gekweekt.

Allen daarheen dus en stop die viswijzer in je tas; hij is te vinden in het koelschap bij de visafdeling. Hopelijk volgen de twee andere grote ketens ook snel!



Voor het persbericht, klik hier

maandag 11 oktober 2010

Cadeautje op de trap

Ik houd niet van verrassingen, nooit gedaan ook. Als kind al was ik een nieuwsgierig Aagje dat de sinterklaascadeaus al dagen van tevoren in de kast bij mijn ouders zag liggen en vervolgens heel onschuldig vroeg: 'Mama, wat ligt daar?' Waarop mijn ouders dan snel een smoesje moesten verzinnen om een verklaring te geven voor de vrolijk ingepakte doosjes.
Als ik jarig ben, maak ik ruim van tevoren een lijst met wensen, met de winkel en de prijs erbij om ervoor te zorgen dat ik precies krijg wat ik wil. Alleen de routebeschrijving en het adres ontbreken meestal nog. Een nachtmerrie voor familie en vrienden die zo nooit de kans krijgen om spontaan een leuk cadeautje mee te nemen. Toen Lief mij ten huwelijk wilde vragen, moest hij zich ook in allerlei bochten wringen om te voorkomen dat ik er lucht van kreeg, maar het resultaat was dan ook een meesterlijke sprookjesavond, een meer dan geslaagde verrassing, een om nooit te vergeten.

Soms houd ik dus wel van verrassingen en soms vind je ze gewoon op de trap, als je op een vrijdagmiddag hongerig en enigszins knorrig - door de honger en de idioten onderweg - thuiskomt van je werk. Een grote enveloppe van het tijdschrift delicious. met een kookboek erin. Oké, ik had het lot een handje geholpen door mee te doen met een wedstrijd, maar ik was het uit het oog verloren en daarom erg blij verrast.

Dit kookboek, Rosa's Italiaanse keuken. Originele recepten van Sicilië (Uitgeverij Van Dishoeck) is een verzameling traditionele familierecepten, geïllustreerd met kleurrijke foto's, familiekiekjes en tekeningen. Het boek is daarnaast een soort levensverhaal: Rosa vertelt over haar jeugd op Sicilië, haar grootouders en de emigratie van de familie naar Australië, waar ze de Siciliaanse tradities van koken, familie en gezelligheid voortzetten. De authentieke bereiding van de gerechten staat voorop, zo beschrijft ze hoe je zelf ricotta en salami kunt maken, hoe je inktvis schoonmaakt, hoe je pens bereidt en cannoli rolt. De recepten zijn helder, de handelingen duidelijk beschreven en de ingrediënten over het algemeen gemakkelijk verkrijgbaar. Een mooi boek, maar de vormgeving maakt dat het geheel een nogal ouderwetse uitstraling krijgt. Het klassieke lettertype met de ligaturen, de achtergrond van de pagina's (bloemetjesbehang, theezakjes-effect, aquarel-achtige strepen), het matte, stugge papier, de rode bloemmotiefjes bij de titel van elk gerecht en het kleurgebruik in de foto's van de gerechten zorgen voor een soort misplaatst retro-effect, een truttigheid die verward wordt met nostalgie. Ook niet alle foto's vind ik even aantrekkelijk: personen of ledematen die er maar half opstaan of gerechten die er niet zo smakelijk uitzien. Hoewel de oude zwart-witte familiefoto's en het liefdevolle verhaal een hoop goedmaken, zou ik het boek zelf niet gekocht hebben.

En nu niet met opgeheven vingertje zeggen dat ik een gewonnen verrassing niet in de bek moet kijken en moet leren de touwtjes uit handen te geven. Berg je cadeautjes maar goed weg en houd je plannetjes stil, want mijn oren en ogen liggen overal op de loer!



Rosa's Italiaanse keuken. Originele recepten van Sicilië
Uitgeverij Van Dishoeck
ISBN: 978-90-475-1182-3

maandag 4 oktober 2010

Zoete broodjes

Op de een of andere rare manier antidateert Blogger dit opgeslagen berichtje op 4 oktober. Maar laat dat nu net goed uitkomen, want 4 oktober is in Zweden 'Kanelbullens dag', de dag van de kaneelbroodjes.

Zweden houden van zoete broodjes bakken, het liefst in enorme hoeveelheden. In de kookboeken die ik heb zijn de recepten dan ook nooit voor 15 of 20 broodjes, nee, stel je voor dat je ingesneeuwd raakt, dan kun je er beter maar 35-48 tegelijk bakken. En ze passen niet allemaal op één bakplaat, mocht je dat willen proberen (net zoals ik een keer met Lusekatter en er uiteindelijk één grote Lusekatt over mijn bakplaat heen bulkte). Bak ze in twee delen, vries een deel in en trakteer je bezoek op de rest.

Zoete broodjes vind je altijd en overal in Scandinavië, als je 's ochtends op het station komt, zweeft de geur van vers(af)gebakken kaneelbroodjes, pudding-, bladerdeeg-, rozijnenkoeken en muffins je tegemoet. In de supermarkt zijn er speciale brood-en-koeken-vershoudkastjes en er is zelfs een rek met de 'broodjes van gisteren' die je voor een lagere prijs kunt kopen. Bakkers stapelen hun vitrines vol verleidelijke glanzende koeken met suiker, glazuur en amandelschaafsel; onweerstaanbaar.

Echte Scandinaviërs beginnen al weken voor Kerst met het aanleggen van een monstervoorraad van koekjes, koffiebroodjes en ander lekkers. Om last-minute koekjesstress te vermijden, waarschijnlijk, als je kalkoen in de oven al staat te verbranden, je nog zes liter Glögg (Glühwein) moet maken, cadeautjes in moet pakken en de kinderen zoet moet houden. Alles in de vriezer of een luchtdichte doos en alweer een hokje afgevinkt op de Kerst-to-do-lijst. En natuurlijk ruikt het gewoon ontzettend lekker: huiselijk, warm, uitnodigend, gezellig.

Laatst waren Lief en ik in Zweden op de koffie bij vrienden van mijn ouders. Om vier uur 's middags, precies op het tijdstip dat ik altijd een enorme trek in iets lekkers heb. Viel ik even met mijn neus in de boter! Bij het binnenkomen deden we onze schoenen uit en namen verwachtingsvol plaats aan een zorgvuldig gedekte tafel. Eerst kwam de gastvrouw met de koffie langs en daarna kwamen - tot mijn grote vreugde - de schalen met lekkernijen op tafel. Eerst de zelfgemaakte zoete broodjes, dan zelfgebakken koekjes, naar grootmoeders recept, tussendoor nog wat koffie, babbelen en alsof we dan nog niet genoeg hadden gesnoept, kwam de gastvrouw met een indrukwekkende cake met hazelnootpasta, banaan en slagroom, zalig. En vervolgens zaten we al kletsend uit te buiken om na een uurtje de grillhut in de duiken om nog meer te eten. Wat een fijne avond!

Als herinnering aan deze fijne koffiemiddag en ter ere van de dag van de kaneelbroodjes heb ik me er ook aan gewaagd; het hele huis rook heerlijk naar kaneel en gekaramelliseerde suiker. Een dagje te laat, maar erg de moeite waard.

vrijdag 24 september 2010

Liefde op het tweede gezicht

Liefde op het tweede gezicht

Ik maakte voor het eerst kennis met de pompoen in een natuurvriendenhuis op een eiland in de Biesbosch, waar je alleen met een bootje kon komen en we tijdens een gezellig weekend met de hele familie moesten slapen in afgedankte ijzeren hoogslapers. Na het ochtendprogramma, ‘Kanoën in de drukste vaargeul van de Biesbosch, een evenwichtsoefening’ en een middag badmintonnen, was het de beurt aan mijn tante om te koken.

Deze tante, van het type tuinbroek, gezondheidssandalen en van dat lekker makkelijke korte haar had haar biologische groententas flink volgestouwd om ons te verrassen met een gezonde, voedzame maaltijd die een goede basis zou leggen voor een actieve avond. In de keuken, die eruit zag alsof er een vulkaan was uitgebarsten, stond zij enthousiast de soep op de borden te scheppen. Mijn maag keerde zich bijna om bij de aanblik van de waterige minestronesoep, waar tussen de stukgekookte soepgroenten enorme schotsen oranje pompoen ronddreven. Ik probeerde dapper de lettervermicelli er tussenuit te vissen en sprak met mezelf af ik dat ik nooit meer pompoen zou eten.

Tot ik mijn Lief tegenkwam, die de pompoen opnieuw introduceerde met een heerlijke, fluwelen pompoensoep waardoor het oranje, knobbelige ding stukje bij beetje mijn vertrouwen wist te veroveren. Nu, bijna tien jaar later, ben ik er gek op. Niet alleen in de soep, maar ook in de pastasaus of tajine. Zelfs in een salade is hij erg lekker:

Salade met witlof, pompoen en geitenkaas (4 personen)

Ongeveer 1 kilo witlof
Een kleine (fles)pompoen
200 gram geitenkaas of feta, in blokjes
1 rode ui
1½ theelepel gedroogde tijm of een paar takjes verse
Klein handje pijnboompitten, geroosterd
Zout
Peper
Olijfolie
Citroensap

Verwarm de oven voor op 180 graden en snijd de pompoen doormidden (de schil mag eraan blijven zitten). Verwijder de zaden en draden met een lepel en snijd de helften in halve manen van ongeveer 2,5 cm dik. Smeer het vruchtvlees in met wat olijfolie, zout, peper en een beetje tijm en rooster de pompoen ongeveer 25 minuten in de oven of totdat hij zacht is. Hierdoor krijgt hij een nootachtige, zoete smaak die heerlijk past bij de bittere witlof.
Snijd intussen de rode ui in halve maantjes en besprenkel deze met wat zout en citroensap. Zo wordt de ui minder scherp en krijgt hij een mooie roze kleur.
Laat de stukken pompoen afkoelen en maak in de tussentijd de witlof schoon. Trek daarna voorzichtig de schil van de pompoen en breek het vruchtvlees in stukken. Meng de witlof met de rode ui, pompoen en de rest van de tijm. Verdeel de kaas en de pijnboompitten er overheen. Lekker met een honing-mosterddressing of een gewone dressing van olie en azijn.

woensdag 22 september 2010

Huisvlijt - bak-ker-tje spelen

Ik had het me nog zo voorgenomen, mij zou het nooit overkomen, nee, echt niet, niets voor mij, er zit te veel suiker in, ik heb een vetfobie en je kunt het nooit eten zonder helemaal onder te zitten. En het is een rage, ik doe daar niet aan mee en daarmee basta.

Maar wat zijn ze schattig, kleine kunstwerkjes, luchtig, bijna te mooi om op te eten in hun snoezige bakjes, een foto waard.

En voor ik het wist was ik verkocht. Cupcakes. Een rage in Amerika die ook in Europa begint door te sijpelen. Vorig jaar had ik me al gewaagd aan de lekkere én gemakkelijke Nigella Lawson fairy cakejes, maar toen ex-studiegenote K me voor mijn bruiloft een prachtexemplaar cadeau deed en mijn collega's tijdens mijn huwelijksreis verraste met een schitterende stapel cakejes, wist ik dat cupcakes veel verder gingen dan fairy cakejes met suikerglazuur met muisjes. Nieuwsgierig geworden schuimde ik het internet af en vond tussen de enorme aantallen suikerzoete truttige taartenfrulsites gelukkig ook coole cupcakechics en bakfanaten. In de boekwinkel neusde ik tussen de roze/paars/groen/blauwe boekjes met de meest waanzinnige cakedesigns en geïnspireerd door lieve kleurtjes en spannende smaakjes, kon ik mij op een regenachtige maandagavond niet langer bedwingen en begon te bakkerellen. Drie dozijn cupcakes rolden er van de band, om mijn hardwerkende collega's een hart onder de riem te steken. Zonder topping, frosting of glazuur, want daar durfde ik mij nog niet aan te wagen.

De cupcakes waren een succes, de collega's zwoegden een klein beetje opgemonterd voort en ik kreeg de smaak steeds meer te pakken. Enthousiast verdiepte ik me in rolfondant, uitsteekvormpjes, kleurstof en botercrème. Op slinkse wijze nodigde ik mezelf bij een vriendin uit om haar te helpen met de cupcakes voor het verjaardagsfeestje van haar dochter. De hele middag leefde ik me uit met het gekleurde rolfondant, ik boetseerde muisjes en paddenstoeltjes, stak blaadjes uit; heerlijk, de tijd vloog voorbij!

Een paar weken later vierde een goede vriend van ons zijn verjaardag, tijd om nog eens een lading cakejes te bakken en met een vriendelijk engelensmoeltje te laten vragen door Liefste of ik de jarige er soms blij mee kon maken. Dit keer wilde ik dan ook wel eens een frosting uitproberen én rolfondantfiguurtjes. Het zouden kaneelcupcakes met speculaas-creamcheesefrosting worden. Het recept voor de frosting was supergemakkelijk, de keukenmachine zou het werk doen en ik kon het de avond van tevoren al maken. Een spuitzak had ik niet, maar dat was slechts een detail, ik had Jamie Oliver al honderd keer een diepvrieszak als spuitzak zien gebruiken, dus dat zou ook zo gepiept zijn. Ware het niet dat ik de volgende ochtend tot mijn polsen volzat met frostingsmurrie, omdat ik in mijn pragmatisme had bedacht dat het lekker en handig zou zijn om de speculaas alvast te verkruimelen en door de creamcheese te roeren, er even niet bij nadenkend dat die kruimels natuurlijk niet door de kleine opening van de zak zouden gaan. Kon ik alles alsnog uit de slappe, alle kanten op bewegende, diepvrieszak scheppen en op de cakejes smeren. Hoe doe je dat netjes als er overal stukken speculaas uit komen piepen? Uiteindelijk heb ik de frosting er redelijk netjes op kunnen krijgen en ze heel voorzichtig in een taartdoos gezet. De rolfondant figuurtjes had ik de avond van tevoren al tussen plastic gelegd, dus die hoefde ik er later alleen maar op te leggen. Nog wat speculaasjes stukslaan voor de finishing touch en off we go!

Volgende uitdaging: in de auto stappen met een doos cupcakes met bederfelijke frosting en daarop balancerend een doos met breekbare rolfondanten figuurtjes die niet nat mogen worden en zeker niet door de auto mogen vliegen. En juist op deze dag had mijn Lief besloten dat hij de snelste weg naar het dorp waar de jarige woont niet meer kon vinden. Hij stuurde ons door kleine straatjes met verkeersdrempels, bochten, hobbelige steentjes en treinsporen om uiteindelijk uit te komen bij een weg die je normaal alleen in Mozambique kunt vinden, vol gaten, met een zeer zachte berm, maar vooral vol water. Onze Bep is geen Landrover! Dus linksomkeert om met drie kwartier vertraging eindelijk binnen te vallen bij de jarige. In de keuken nog even snel de cakejes afwerken en dan was het eindelijk tijd voor het Oh-en-Ah-moment.

Het volgende project was mijn verjaardagsfeest en deze keer wilde ik wel eens proberen om roze botercrème te maken voor op mijn bruine chocoladecupcakes. Tegen al mijn overtuigingen in kocht ik een mix waar ik alleen nog boter en suiker bij moest doen. Supergemakkelijk, of zo leek het toch. Maar waarom werd het dan vloeibaar? Op het pakje stond toch dat de mixer op de hoogste stand moest staan? Liefste opperde voorzichtig dat de snelheden van de keukenmachine misschien niet echt te vergelijken waren met die van een handmixer. Had-ie dat niet wat eerder kunnen zeggen? Nu had ik roze botermilkshake! De volgende ochtend was de boter natuurlijk keihard, zoals ik al had verwacht. Zou ik het nog mooi luchtig krijgen voordat de gasten voor de deur stonden? Voor de kaneelcupcakes had ik gekozen voor de creamcheesefrosting die ik net een beetje anders maakte dan het eerste recept, iets meer boter, iets minder creamcheese en geen citroensap en vooral geen stukjes! Na een nachtje in de koelkast was deze frosting bovendien nog perfect smeuïg en handelbaar. Na een paar uur buiten de koelkast was de botercrème ook wel een beetje opgewarmd, maar het werd geen overweldigend succes. Bovendien is werken met zo'n spuitzak helemaal niet zo simpel als het eruit ziet! Ik waande me al een soort cakeboss, met hetzelfde temperament, maar helaas met heel wat minder skills.

Zorgvuldig gepositioneerd op de juiste attributen zagen de cakejes er toch nog best mooi uit, hoewel de botercrème bij het gros van mijn vriendinnen geen overweldigend succes was. Zelf vond ik het ook niet zo geslaagd, hoewel het roze er wel erg leuk uitzag. De volgende keer houd ik het denk ik maar gewoon bij mijn aangepaste creamcheesefrosting. Nu nog een slachtoffer vinden om cakejes voor te maken (duivelsmoeltje)...



Het regenseizoen komt eraan, dus genoeg zondagmiddagen om te bakkerellen! Kijk in mijn blogroll en bij de links voor coole cakechicks en hun kunstwerkjes!

maandag 20 september 2010

Daar liggen ze met zijn allen naar me te blinken, naar me te lonken met hun strakke lijfje, hun gladde velletje en hun parmantige steeltje dat schalks omhoog steekt. Felrood, geel, groen en oranje; de felle kleuren zetten mijn zintuigen op scherp. Ik betast ze, knijp in ze, streel ze bewonderend, ruik aan ze, vlij ze bijna liefdevol in mijn wagentje, bijna...
Deze verleidelijke loverboys en courtisanes zijn er bijna in geslaagd om met mij de pan in te duiken om daar met hun overheersende persoonlijkheid beslag te leggen op al mijn andere ingrediënten, ze te besmeuren met hun smaak en geur totdat er niets anders overblijft dan dat. Paprika.

De hele avond voelt mijn maag als een soort flipperkast waar de enzymen in mijn maag om het hardst proberen de paprika door mijn slokdarm omhoog te katapulteren. En het frustrerende is dat paprika tegenwoordig werkelijk overal in schijnt te zitten. Het is helemaal geïnfiltreerd in de volkskeuken, er niet meer uit weg te slaan. Was het vroeger nog een 'leuk kleuraccent', nu is het een vast bestanddeel geworden van salades, veggieburgers en wokgroenten en broodbeleg. Wat een afknapper om hongerig aan te willen vallen op een lekker uitziende tabouleh en dan te ontdekken dat er overal van die smerige rode of groene stukjes inzitten die de hele salade hebben doordrenkt met hun smaak zodat het ook geen zin meer heeft om ze eruit te vissen.

Maar het allerergste vind ik toch wel het gebrek aan fantasie van koks als het over vegetarische schotels gaat. 'Laten we eens gek doen en naast de courgette en champignons niet één, niet twee, maar drie kleuren paprika gebruiken in de vegetarische pastaschotel van vanavond, een gedurfd kleurenpalet!' Waarop ik dus tien minuten bezig ben om de stukken paprika over de rand van mijn bord te draperen of te verdelen onder mijn tafelgenoten en ik kale pasta overhoud met hier en daar een vochtig stukje courgette en een verdwaalde champignon uit blik. Weg eetlust.

Ooit heb ik eens een poging gedaan om een paprika te villen. Dan zou-ie beter te verteren zijn. Eerst blakeren in de gasvlam (het leukste gedeelte!) en dan in een met huishoudfolie bedekt schaaltje laten stoven totdat het velletje loslaat. En dan is-ie ineens niet meer zo stoer, de slappeling! Maar velletje afstaan, ho maar. Mijn handen en mes bedekt met plakkerige zwart/rode fliebertjes en witte pitjes. Rood sap onder mijn nagels en hardnekkige stukken vel die niet afgestroopt willen worden. En na al die moeite tot de ontdekking komen dat het ding nog hetzelfde smaakt, zelfs nog smeriger door het blakeren, en heus niet lichter verteerbaar.

Daarom mijn waarschuwing: Laat je niet verleiden door mooie kleuren, strakke velletjes en parmantige steeltjes. Het is een venijnig ding dat langzaam je leven binnensluipt en het op een dag overneemt. Stop nu het nog kan, er is leven na de paprika!

vrijdag 17 september 2010

Niet voor watjes

Nederlandse kinderen kregen vroeger levertraan, Zweedse kregen boter voor watjes. Als de temperatuur buiten tot ver onder het vriespunt was gedaald, de wind guur om het huis huilde, er meters sneeuw lag en het tijd was voor de wollen borstrok, werd de weerstand van de kindjes gesterkt met grote stukken knäckebröd met een dikke laag 'Messmör' (Watjesboter. 'Mes' is slang voor watje) erop. Boordevol ijzer, mineralen, kalcium en melkweiproteïne.

Om de weerstand in de zomer op peil te houden is er nu ook Messmörroomijs. Na flink aandringen van Zweedse locals, want toch 'veel beter dan dat van Nora, dat heeft geen smaak', een ijsje gaan eten bij Neerings i Grythyttan, een ijssalon die wordt gerund door een Nederlands echtpaar in Grythyttan (waar ook Måltidens hus is, een centrum voor eten en drinken. Smullen voor mij!). Hier hebben ze tussen het aardbeien-, bramen-, kersen/chocolade- en Irish Dreamijs ook een bak Messmörijs. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt: het ziet eruit als vannille-ijs, maar zou het ook zo smaken? De eigenaresse, Corrie, geeft me een klein lepeltje om te proeven en legt me uit wat Messmör is. Op het eerste gezicht smaakt het hapje wel ok, ik kan de smaak niet echt thuisbrengen, maar het is wat mij betreft verder niet echt een smaaksensatie. Ik laat me toch liever verleiden door de cherrymania (met grote stukken chocolade!) en het bramenijs.

Terwijl we buiten ons - inderdaad heerlijke - ijsje opeten, vraagt Corrie of ik zin heb om eens the real thing te proeven, de echte Messmör. Stoer zeg ik ja; als Scandinaviste moet je natuurlijk op de hoogte zijn van het gastronomische erfgoed. Bovendien wil ik me als zelfuitgeroepen foodie niet laten kennen, hoewel de opmerking 'ik ga even een lepel halen!' van Corrie wel erg vrolijk is. Ik krijg een lepel met een grote dot Messmör erop. Even denk ik nog dat het een heerlijk romige kruising zal zijn van vanille, boter en roomkaas, maar mijn instinct behoedt me er gelukkig voor om een grote hap te nemen.

Voorzichtig neem ik een klein hapje, godzijdank, want ik vind dit helemaal niet lekker! Wat bezielde die Zweedse mamma's om dit aan hun kinderen mee te geven? Het smaakt naar boter, smeerkaas en koeien/geitenstal. Een beetje op mijn plaats gezet geef ik de nog bijna volle lepel weer terug aan een grinnikende Corrie. Leedvermaak?

In de supermarkt ga ik op onderzoek uit in het koelvak. Er blijken een heleboel soorten van dat spul te bestaan, ook van geitenmelk. Later lees ik op Wikipedia dat dit product ook iets te maken heeft met de beruchte Noorse brunost (Zweeds: mesost), een zoetig smakende, karamelachtige 'kaas' voor op brood. Ook niet iets waar je me midden in de nacht voor wakker hoeft te maken.

En dan te denken dat al die kindjes vroeger heldhaftig winter in winter uit braaf hun crackertjes met deze 'boter' opaten. Het zou 'hjältesmör' (heldenboter) moeten heten, want het is bepaald geen voer voor watjes!

donderdag 16 september 2010

Op Blåbärjacht

Nog geen twee dagen in Zweden en ik word al meteen 'spontaan' uitgenodigd om mee te gaan op blauwe bessenjacht. Mijn moeder ziet de – overigens uiterst schattige – buurman met zijn versleten laarzen, pet en blauwebessenplukschepje klaarstaan en flapt eruit: ‘O, dat vindt Marèse zo leuk, mag ze niet mee?’ De buurman mompelt wat, vindt het geen probleem en haalt ergens uit zijn garage nog een plukschepje. Ik moet volgens hem wel ‘betere schoenen’ aan doen, dus weg Birkenstockslippers, en bergschoenen aan. Ondertussen heeft de buurman (Nils) nog een emmer gevonden en zijn loopkruk ergens vandaan geplukt en zo lopen we langzaam de berg op, het bos in.

We gaan letterlijk dóór het bos, Nils laat zich niet tegenhouden door overhangende takken, rotsen, struiken en lang gras. Met kruk en al worstelt hij zich met zijn versleten laarzen al speurend naar de bessenstruiken de berg op terwijl ik mijn best moet doen om hem bij te houden en niet weg te zakken in de drassige mosgrond. Rookie die ik ben. Bovendien ben ik doodsbang dat de arme man iets overkomt daar boven op de berg. Ik heb voor de zekerheid mijn telefoon maar even in mijn zak gedaan. Pas later merk ik dat ik helemaal geen bereik heb.

Boven op de berg vind ik wat bessenstruikjes en terwijl Nils doorstiefelt begin ik de weinige bessen die er nog zijn te plukken. Best onhandig als je een emmer en een plukschepje in je hand hebt en je handen eigenlijk nodig hebt om te plukken en om jezelf te ondersteunen. Als ik over een met mos begroeide rots wil klimmen, glijd ik heel oncharmant met mos en al van de rots af en tot overmaat van ramp kiept de emmer met mijn armzalige buit om zodat alle bessen eruit rollen. Ik gluur voorzichtig over de rots, maar Nils is al achter de heuvel verdwenen en heeft gelukkig niets gezien van mijn kneuzenactie. Een beetje beschaamd klop ik het mos van mijn broek en probeer ik de weggerolde bessen voorzichtig weer in de emmer te vegen.

Op weg naar beneden, ook weer dwars door het bos, mos en water heen, struikelt Nils een keer en kukelt hij om doordat zijn laars tot twee keer toe wordt vastgezogen in het water onder het mos. Mijn onhandige pogingen om hem weer overeind te helpen helpen niet; koppig als hij is wil hij het zelf doen en daar gaan we dus weer, de beek over, het bos in, dat steeds dichter wordt. Ondertussen moet ik natuurlijk ontzettend plassen, maar ik zie het niet zitten om ergens in het bos te hurken terwijl Nils ergens tussen de bomen verdwijnt en ik hopeloos verdwaal. Helaas is ook hij op een gegeven moment de weg kwijt en bromt hij verbaasd: ‘Waar zijn de huizen nu gebleven?’. Benepen mompel ik of we dan niet gewoon langs het pad kunnen lopen, maar volgens hem is dwars door het bos toch het snelste. Ik hoop het van harte, want het water is me al bijna tot de neus gestegen. Hij vindt de huizen uiteindelijk toch terug en uit pure dankbaarheid schenk ik hem mijn buit. Zonder mij had hij die immers zelf kunnen plukken.

Later die middag doen we nog een halfhartige poging: ik speel blåbärstaxi en Nils gaat verder met zijn blåbärspeurtocht. Het mag niet baten; de met zijn tienen in een vakantiehuisje gepropte Aziaten hebben een ware blåbärrazzia gehouden in alle omliggende bossen waardoor er bijna niets meer over is voor de dorpsbewoners.



Maar de volgende dag heb ik een stiekem succesje. Tijdens een wandeling met mijn Lief, schitteren er ineens overal blåbärstruikjes die net genoeg bessen opleveren voor een paar ontbijtjes. Dit keer vervoer ik ze in een dichtgeknoopt zakje en kijk ik uit waar ik mijn voeten neerzet. Misschien ben ik over een paar jaar dan een echte blåbärplockpro en kan mijn wens van een plank met potten zelfgemaakte blåbärjam eindelijk in vervulling gaan.

zaterdag 21 augustus 2010

Keukenfrustraties

Soms kan ik me echt kapot ergeren als ik in de keuken bezig ben. Mijn Lief hoort me dan vloeken en met de deurtjes slaan, terwijl ik het zoveelste stomme ongelukje - dat meestal te achterlijk is om na te vertellen - probeer weg te werken.

Ik vraag me vaak vertwijfeld af:

- Waarom zijn hersluitbare verpakkingen bij mij altijd direct kapot?
- Waarom trek ik altijd het lipje van een bakje yoghurt, een pak melk of sap kapot zodat ik met een mes moet gaan pielen om het alsnog open te krijgen, met morsen en vlekken als resultaat?
- Waarom lekt er altijd melk, sap, jam of sojasaus in de koelkast zodat ik alle besmeurde verpakkingen weer schoon kan maken?
- Waarom zitten zogenaamde 'vershoudverpakkingen' altijd in een driedubbele laag plastic?
- Waarom zit er altijd minstens één stuk ander keukengereedschap vast in het stuk gereedschap dat ik nodig heb als ik het snel even uit de bak wil pakken?
- Waarom valt er altijd wat tussen het fornuis en de koelkast of tussen het fornuis en het aanrecht op het moment dat er drie pannen op het vuur staan?
- Waarom wordt er door fabrikanten altijd witbrood afgebeeld bij een praatje over een 'gezond ontbijt'? Alsof twee witte boterhammen met een dikke laag Nutella en een glas sinaasappelsap uit een pak een goed ontbijt vormen!
- Waarom vergeet ik altijd het mesje van de keukenmachine in de bak te doen en kom ik daar pas achter als de bak al vol zit?
- Waarom lijkt de zwaartekracht in de keuken wel 200%?
- Waarom bakt mijn anti-aanbakpan toch aan?
- Waarom leer ik het nooit om ovenhandschoenen te dragen ook al heb ik me al 100 keer verbrand?
- Waarom snijd ik altijd in mijn nagels?
- Waarom stop ik mijn kastjes vol met onnodige spullen alleen maar vanwege het mooie etiket?
- Waarom valt de groente/het fruit dat ik aan het snijden ben altijd op de grond, ook al is het hele aanrecht vrij?
- Waarom valt het meel/de poedersuiker tijdens het zeven altijd naast de bak?


Waarom ben ik zo'n kluns in de keuken?

Zo, dat moest er even uit. Nu maar hopen dat er van mijn wederhelft zo'n zelfde post komt over zijn computerfrustraties...

dinsdag 17 augustus 2010

Urban Picknick

Bij de eerste zonnestralen begint het altijd al te kriebelen bij mij: tijd om naar buiten te gaan, de stad, het bos of het veld in met een mand vol lekkers en mijn Lief (die zit niet in de mand!). Ik ben dol op picknicken; smakelijke hapjes, boekje erbij, echt genieten. Of ergens een knapperig stuk brood kopen, ergens anders een stuk kaas en vleeswaren en weer ergens anders een zoete afsluiter om dan een mooi plekje te zoeken waar we samen van onze hapjes kunnen genieten.

Soms is het wel even zoeken naar een goede plek: langs de Schelde? Daar staan aan de stadskant geen bankjes aan het water en ben je veroordeeld tot de betonnen kademuur waar bovendien geen spatje schaduw is te vinden. Op de Groenplaats? Amusement tussen de beschonken stadsgenoten en toeristen. In een park? Op zich wel een optie, maar daar loop je constant het gevaar dat er een bal op je hoofd stuitert van de voetballende mini-Ronaldo's verderop, of dat je natte, groene billen krijgt omdat het gras toch net even minder droog was dan je dacht en je thuis een kleedje bent vergeten. Of, nog irritanter, prikkende takjes, mieren, slapende ledematen en een zere rug door het ongemakkelijke zitten. Heel romantisch allemaal!

Dan zoek ik het toch liever wat dichter bij huis. In huis of beter gezegd: aan huis. De ultieme Urban Picknick: op mijn eigen balkon. Het is wel wat proppen, maar: mini-stoeltjes erop, drankjes en hapjes erbij, Liefje erbij, kaarsjes aan en smullen maar!



Natuurlijk zijn er mogelijkheden te over en strijk ik graag ergens neer voor een picknick. Als je goed kijkt is er altijd wel een mooi plekje te vinden; fijne nazomer!

zondag 15 augustus 2010

De Kleine Prins wordt langzaam groot!

Eindelijk! Mijn kleine prins der koningskruiden heeft zijn kopje boven zijn kweekzakje uitgestoken! Een paar dagen geleden zag ik het eerste brutale blaadje al aan de rand snuffelen en al gauw volgden er meer schattige groene koppetjes.



In het zakje ruikt het nu ook een beetje naar basilicum, dus je zou denken dat mijn vorige methode effect had gehad. Niets is minder waar! Ook met bedreiging, afgunst en wat positieve competitie kreeg ik de kleine groene rakker niet aan het groeien. De dwarskees. Zelfs een beetje Guantanamo-achtige stimulatiemethodes mochten niet baten: waterboarding, uitdroging, blootstellen aan felle zon, intimidatie...

Totdat ik er genoeg van had en ik besloot om dan maar 'good cop' te spelen. Ik zette de kleine prins op zijn schoteltje op de vensterbank naast twee nieuwe vriendjes, die ook nog moesten groeien en plotseling nam hij een groeispurt van jewelste. Ik ben trots op hem. Hij is niet een van de snelste, maar het wordt nog wel wat met hem, ik heb er alle vertrouwen in.

donderdag 12 augustus 2010

Sinjoren en Plebs

Afgelopen donderdag tot en met zondag was het op de Gedempte Zuiderdokken een drukte van jewelste met 'Antwerpen Proeft' en 'Het Bollekesfeest', twee culinaire evenementen die al een paar maanden op mijn agenda stonden. Nieuwsgierig gemaakt door een culinair tijdschrift (delicious.), konden we het niet laten om na de voorstelling van Circus Klezmer even over de dokken te lopen. Mijn Lief houdt bovendien ook wel van een lekker hapje. Het lijkt wel alsof de zon álle Antwerpenaren uit hun huis heeft gesleept en op de dokken heeft geparkeerd. Maar wel duidelijk gescheiden, uiteraard.

Bij Antwerpen Proeft hebben de Sinjoren duidelijk de overhand. De platinablonde, goedgevulde dames met grote zonnebril, chique handtas en dito wiebelhakken en de hippe incrowd van m'as-tu-vu-Antwerpen vullen de stijlvolle, classy terrassen van Fiskebar, Lucy Chang, Grand Café Glenn's en Marcolini. Voor het luttele bedrag van 7 bonnen (= 7€), waarvoor je al een halfuur in de rij moet staan en die je alleen per 10 kunt kopen, is dat glas met bubbels voor jou. Of wat dacht je van een exquis hapje met gebraiseerde varkenswangetjes?

Hoe kan het toch dat 'food'-evenementen altijd een soort chique volk aantrekken? Ik zie mezelf ook als een soort 'foodie', om het maar even populair uit te drukken, maar bij al dat uiterlijk vertoon voel ik me helemaal niet op mijn gemak. Met mijn gezicht op 'hard to get' (maar wel met Birkenstocks aan mijn voeten) maak ik her en der wat foto's, terwijl ik op moet passen dat ik niet door zo'n Schuttershoftrien opzij word gebumpt, omdat zij op het menu wil kijken. Het verbaast me dat de minihondjes thuis zijn gelaten. Of misschien liggen ze wel op één van de pretentieuze barbecues; over exotisch hapje gesproken...

Over een houten vlonderroute kom je na een paar honderd meter bij de grensovergang tussen de twee kampen en stap je het terrein van het Bollekesfeest op. Dit is duidelijk voor het 'plebs': tentjes in felle kleuren, lange rijen voor de Bollekeskraam, wapperende vlaggetjes en gezinnen met kinderen en opa en oma. Hier staan Confiserie Roodthooft, de Kempense beulingkraam, de Antwerpse handjes- , neusjes- en wafeltjeskraampjes en de slager met zijn paardenrookvlees. Maar als je goed kijkt, kun je ook hier en daar een chique monsieur en madame zien smullen van hun spiesje met beuling!

In de Museumstraat is 's middags de grootste aardbeientaart geserveerd, en die heb ik gemist, verdorie! Verderop, bij het KMSK, is de kruidenmarkt, waar je voor het geringe bedrag van 5€ van een heus 'kruidentheebuffet' kunt genieten. Voor een tweede keer bijschenken mag!
Nog steeds met Jamie Oliver in mijn gedachten koop ik een Oost-Indische kers en een rozemarijnplant voor op mijn zonovergoten vensterbankje. Volgens de dame in het kraampje kan een kind de was doen: 'Altijd goed voelen met je vinger. Als ze nog vochtig zijn, hoeven ze geen water!'

Ondertussen hebben we nog steeds niets geproefd van al het lekkers dat er wordt aangeboden door de verschillende restaurants en cateraars. Een beetje geïrriteerd en teleurgesteld door de opgeprikte sfeer die er hangt en het gedoe met de bonnetjes, nestelen we ons dan maar onverrichter zake bij de Zomerbar.

Oké, de delicious.-tent was erg mooi aangekleed met schalen vol groente en fruit en elke standhouder had erg veel zorg aan de presentatie besteed, maar volgend jaar ga ik toch maar op een druilerige donderdagavond. Hippe designer regenlaarsjes en regenjas aan en nog 'harder-to-get-look' op mijn gezicht. Chique dames beware!

zondag 8 augustus 2010

Experiment II

Aangestoken door Jamie Olivers zaaiwoede in 'Jamie at Home', waar hij tomaten uit laarzen en aardappelen uit zakken tuinaarde laat groeien, ben ik bij de supermarkt met de leeuw op zoek gegaan naar zaaigoed voor beginners en klunzen met een kleine buitenruimte. Keuze te over, maar helaas moest ik de pompoenen, courgettes, bonen en worteltjes aan mijn neus voorbij laten gaan wegens te weinig plek op het balkon. Ik zag het al voor me: trossen tomaten aan het balkon, bungelend voor de ramen van mijn onderbuurvrouwen en de bezoekers van de wasserette al 'koekhappend' mijn tomaten snoepend. Of - het verhaal van Jack en de Bonenstaak indachtig - een enorme bonenstaak tot aan het balkonnetje van mijn bovenbuurman die dan nog meer reden zou hebben om stampend door het huis te lopen. Doe maar niet.

Na een paar rondjes van het zaadmixmolentje viel mijn oog op de 'Snijgroentenmix' oftewel 'Jeunes Pousses', die je al na een paar weken kan oogsten om je salade mee op te leuken. Ik ben een voorstander van konijnenvoedsel, alle smakelijke blaadjes zijn aan mij besteed, en deze zien er wel heel lekker uit.

Thuis meteen onder in het plastic-'bom-van-Hiroshima'-kastje gedoken en twee oude boterbakjes opgeduikeld. Als Jamie het in een laars kan, moet dit zeker lukken! Op de gang ligt gelukkig nog een restje potgrond. Even uitkijken dat ik ook niet dit keer in een vreemde wollige substantie grijp die later een dode rat blijkt te zijn zoals me de laatste keer gebeurde. Met mijn armen vol spullen kniel ik neer op het balkon en strooi de zaadjes in de bakjes, dek ze af met een mooi laagje aarde met mijn schepje, geef ze een gulle scheut water en zet ze op mijn vensterbank in de zon.

Vanochtend heb ik al een schuchter groen scheutje tussen de aarde uit zien piepen, dus het duurt vast niet lang meer voordat ik ook op zijn Jamie Olivers met mijn draadmandje aan mijn arm en mijn rubberlaarzen aan mijn slablaadjes kan oogsten en een lekkere salade kan fabriceren. Delish!

dinsdag 3 augustus 2010

Waar Abraham de vis haalt

Vis is gezond, Omega 3 vetzuren zijn goed voor de mens, kijk maar naar de Japanners, die worden stokoud! Dan zwijgen we voor het gemak maar even over het hoge zelfmoordpercentage en grote aantal workaholics onder de Japanners en hun vreselijke visvangpraktijken cq. walvisjacht ten bate van de wetenschappelijke vooruitgang. Ja, de Japanse deeltjesversneller werkt op levertraan!

Toch is vis goed voor je, hoewel er een aantal mitsen en maren aan zijn verbonden. Niet iedere vis is verantwoord en je moet goed opletten waar hij is gevangen of gekweekt en óf hij is gevangen of gekweekt. Gelukkig bestaat hiervoor de viswijzer van de MSC. Een zeer goed initiatief, maar helaas nog niet echt praktisch in het dagelijks gebruik. Als ik bij de grote supermarktketens in België (die met de leeuw, die Franse en die met het oranje logo) een smakelijk stukje vis wil bemachtigen, zakken de moed en de eetlust me over het algemeen al in de schoenen. Sterker nog, ik kan me ontzettend opwinden over het gebrek aan hart voor de waren die er verkocht worden.

Bij de supermarkt met de leeuw, aan een van de drukste straten van Antwerpen, waar de dames en heren met pruiken en krullen wonen, koop ik meestal mijn vlees en vis. Al koekeloerend in de gezellig met TL-buizen verlichte toog probeer ik een keuze te maken uit het visaanbod. Nu lustte ik tot ongeveer drie jaar geleden helemaal geen vis, dus alles is betrekkelijk nieuw voor me. Ook daarom ben ik blij met de viswijzer, dat beperkt de keuze in ieder geval een beetje. Eigenlijk heb ik zin in een moot tonijn, of een mooi stukje zalm, maar bij de aanblik van de hele vissen met hun bloedoorlopen oogjes en slecht weggesneden ingewanden en de stukken gefileerde vis in het witte piepschuimen bakje, brengt me alweer aan het twijfelen. De vis lijkt er wel van een afstandje in gesmeten. 'Hé, Kevin, heb jij nog een stukkie van die geelvintonijn voor me? Ik kom nét niet aan de 400 gram.' En 'rats' daar wordt ergens een hoekje van een andere tonijn afgescheurd. 'Hé Dennis, kun je vangen?' En 'kwak', daar ligt het extra stukje tonijn in het bakje. Plastiekje erover, even schudden en ... oh, shit, het etiket nog! 'Zeg, Kevin, weet jij nog waar de tonijn vandaan komt?' En zo wordt er een etiket op de tonijn geplakt en het bakje in de koelvitrine gesmakt door een norse vulploegmedewerkster. En daar kom ik, in mijn tas grabbelend naar mijn viswijzer. Geen tonijn dan maar, want die is op de verkeerde plek gevangen en wie weet zijn er wel andere beesten in de netten blijven hangen. Een andere vis dan maar, biologische zalm? Ook niet, wegens niet te betalen. Het worden vegetarische tofureepjes, en ik druip af richting de veggieburgers.

Laatst in een restaurant, dat nota bene een biologische hamburger op het menu heeft staan, stelde ik de serveerster de vermetele vraag waar hun tonijn vandaan kwam. Of-ie wel MSC-verantwoord was. Dit wist ze niet, moest ze een beetje gegeneerd giechelend toegeven, maar ze zou het aan haar collega vragen. De collega, die meer interesse had in zijn eigen spiegelbeeld dan in zijn klanten, vond het mogelijk nog belachelijker dat ik het vroeg, maar hij wilde het dan toch wel even aan de kok vragen, als ik het zo nodig wilde weten. De kok wist het duidelijk ook niet, dus kwam de ober terug met de mededeling dat 'die tonijn echt wel niet had gezegd waar hij vandaan kwam' en dat hij het de volgende keer zeker wél zou weten. Lastige klant ben ik, zeg!

Gelukkig bestaan er sinds een tijdje echte duurzame vishandels in Europa, 'Fishes', die een groot assortiment MSC-gecertificeerde producten hebben, die je dus met een gerust hart kunt kopen zonder dat je er de visstand of de natuur mee benadeelt. De oprichter, Bart van Olphen, heeft samen met topkok Tim Kime een boek geschreven over verschillende ondernemingen over de hele wereld die zich inzetten voor het behoud van de visstand en milieuvriendelijke vismethoden. Of het nu gaat om zalm, schol, mosselen, tong, tonijn, kabeljauw of schelvis, de vissers werken stuk voor stuk keihard voor een verantwoorde vangst om overbevissing tegen te gaan.

Het boek is geïllustreerd met mooie actiefoto's en indrukwekkende natuurbeelden en naast de persoonlijke verhalen van de vissers bevat het boek ook een heel aantal smakelijke recepten, natuurlijk met verantwoorde vis. Ook aan vis-leken zoals ik is gedacht. Achterin staan tips voor het kopen van vis en het schoonmaken, fileren en stropen. Uit het hele boek spreekt liefde voor de producten, hart voor de natuur en de planeet. Zo kan het dus ook.



Het fishes kookboek
Bart van Olphen & Tom Kime
Fontaine Uitgevers
ISBN 978-90-5956-324-7

zaterdag 31 juli 2010

Heerlijke Taart Muffins Limoen, Chocolade Suiker Sorbet, Pasta Soep Diner, Xtra Mooi en Lekker, Finger Licking Aardbeien Saus met Honing

'Het bouwen van een website is net omgekeerde Tetris. Alles wordt bovenaan geplakt.' So far so good, appeltje/eitje, een website in een wip. Iedereen kan Tetris spelen, zelfs ik, dus kan ik volgens mij zo een website in elkaar boksen. Little did I know.

HTML, CSS, XML, PSD, Flash. Allemaal termen waar ik ooit wel eens van had gehoord, maar waarbij meestal het aloude klok- en klepelverhaal gold. HTML-codes had ik tijdens mijn studie nog leren schrijven en het resultaat was een knullige website in een knullig lettertype over een knullig onderwerp: mijn presentatie over Henrik Ibsen die ik samen met een meisje uit mijn klas moest houden, dat ik helemaal niet kon uitstaan, en zij mij ook niet. Zij was van het type 'Tosti!' en ik een zachte chocoladecupcake. Zij de snelle hap, ik het fluwelen dessert; geen goede combinatie dus en de HTML-codes waren allang verhuisd naar een tot bouwval verklaard huisje achter in mijn hoofd.

Tot ik toch maar besloot om een aanvraag te doen voor een vergunning om dat huisje weer bewoonbaar te verklaren en tijdens de lessen webinitiatie opnieuw kennismaakte met de bewoners. Zij schudden hun stoflaagje van zich af en samen met hun vriendjes CSS en PSD lieten zij mij spelen in Dreamweaver.

Dit was een speeltuin voor gevorderden, maar gelukkig snapte mijn docent intuitief heel goed waar mijn interesse naar uitging: eten. Zonder te weten van deze voorliefde probeerde hij het verschil tussen XML, CSS en HTML uit te leggen aan de hand van groente en fruit. 'Als je iets in categorieën wilt onderverdelen, kun je dit bijvoorbeeld op kleur doen. Geel, groen of rood. Daar kun je dan elementen aan toevoegen. Bijvoorbeeld: Geel - banaan. Groen - Komkommer. Rood - Tomaat. Of andersom: voeg eigenschappen toe aan de banaan: Geel, Krom, Fruit.'
Het verschil tussen absolute en relatieve paden legde hij uit met behulp van de term 'appelenperen.html', hij leerde ons hoe je het woord 'banaan' in de hexadecimale code voor geel kon zetten en hoe je alle groenten en fruit in de grote broeikas kon zetten die HTML heet. Een smakelijke initiatie dus.

Ondertussen zijn we een paar weken verder en ben ik geslaagd voor het examen. Of ik verder zal gaan met webdesign, dát waarschijnlijk niet, want in mijn hoofd heb ik de termen allang weer aan iets heel anders gelinkt en kan ik alleen nog mijmeren:
Heerlijke Taart Muffins Limoen
Chocolade Suiker Sorbet
Pasta Soep Diner
Xtra Mooi en Lekker
Finger Licking Aardbeien Saus met Honing

maandag 26 juli 2010

Embryoplantjes


Scheuten, kiemgroenten, embryoplantjes. Raw foodies zweren erbij: gekiemd voedsel helpt bij de opbouw van nieuwe cellen, voorziet ze van zuurstof, verjongt het lichaam en werkt ook nog eens ontgiftend.
Hoewel de raw foodies wat mij betreft erg ver gaan, met hun uitgeperste tarwegras, afkeer van vlees, vis, brood en zuivel, geeft zo’n plukje embryoplantjes wel een lekkere crunch en extra smaak tussen je broodje of in een salade.

Ik ben zelf nogal fan van preischeuten, op een boterham met geitenkaas of oude kaas; beter dan die kleffe plakjes komkommer of drassige tomaat. Maar vooral op zondagochtend, bij het ontbijt, op een donkere meergranen boterham met een eitje en een dun gesneden tomaatje, en flinke draai zout en peper...

Dit is nog een broodje waarvan het water me bij de gedachte alleen al in de mond loopt (laat je Lief het ook eten, anders worden er voor de rest van de dag geen kusjes gegeven!):

Broodje met hoummous en preikiemen:

Waldkornbolletje (of een ander soort, wat je lekker vindt)
Plukje preikiemen (preischeuten)
Hoummous
Tomaat
Avocado
Zout en peper

Bestrijk het broodje met een royale laag hoummous, leg er in plakjes gesneden tomaat en avocado op, bestrooi met zout en peper en eindig met de preikiemen.

Hoummous:

Blikje kikkererwten van 400 gr. (uitlekgewicht 240 gr), afgespoeld
Een scheutje olijfolie
Sap van ongeveer 1 biologische citroen
Ongeveer 1 eetlepel tahin (te koop bij mediterrane winkels)
2 tenen knoflook, geraspt of geperst
1 theelepel komijn, of naar smaak
Zout en peper

Je kunt deze hoummous op twee verschillende manieren maken: je kunt de ingrediënten zo in de keukenmachine doen en de hoummous smeuïg maken met olijfolie en citroensap, maar ik kook de kikkererwten altijd eerst nog een kwartiertje en houd wat van het kookvocht achter, dat ik vervolgens tijdens het draaien van de machine toevoeg.

Laat de hoummous altijd nog een paar uur staan voor gebruik, zodat alle smaken goed tot hun recht komen.

Nieuwsgierig geworden naar de spruiten? Doe hip en teel ze zelf op je balkonnetje: www.plantaardig.com of www.zaaipret.nl

zondag 25 juli 2010

Salami, kokosmakronen, kaas en fudge!

Gisteren was er op de Groenplaats het Fiesta Europa, met allerlei kraampjes waaruit de heerlijkste geuren opstegen, nu ja, eigenlijk vooral de geur van de Poolse en Weense ronddraaiende grill waarop de würstel met uien lagen te bakken, maar dat hoort erbij. Ik worstelde me nieuwsgierig door de menigte, koekeloerend naar de lekkere hapjes die er lagen uitgestald. Vooral de Sicilianen hadden goed uitgepakt met al hun zoete koekjes, broodjes en marsepeinen vruchten in felle kleuren die lagen te schitteren in de zon. Het was een genoegen om de genietende mensen gade te slaan, tevreden met hun aankoop of smullend van een stukje worst, kaas of glaasje wijn.



Zelf werd ik als een magneet naar de Fudge-kraam getrokken en voor ik het goed en wel doorhad, kreeg ik een zakje met hartjes van een schattige Engelsman aangereikt. 'Do you need a bag, sweetheart?' Wie kan daar nou aan weerstaan? Maar ik heb me ingehouden! Vier stukken fudge, zorgvuldig gekozen uit het enorm verleidelijke aanbod. Zo zoet en machtig dat je er maar kleine stukjes van kunt eten, maar o zo lekker.

Van links naar rechts:
Maple & Walnut, Chocolate, Baileys, Fruity Swiss (voorgrond)

donderdag 22 juli 2010

Hoe is het ondertussen met...

...het basilicumkweekzakje? Al twaalf dagen verzorg ik de opkomende plantjes vol liefde en aandacht in de hoop dat ik binnen een paar dagen kan beginnen 'oogsten', zoals mij is beloofd op het etiket van het zakje. Ik houd zelfs een 'Basilicumplantjesdagboek' bij! Maar de twee weken zijn bijna om, dus nu wil ik wel eens wat resultaat zien. Pesto wil ik maken, een pot of zes, ik heb niet voor niets de hele winter jam- en mosterdpotjes gespaard, tot groot ongenoegen van mijn Lief, die ze altijd omkegelt als hij een fles wijn in de kast wil neerzetten.

Hoewel het na die twaalf dagen al gezellig druk is in de zak, en de steeltjes wat langer zijn geworden, is er verder nog niets dat er op duidt dat ik basilicum aan het kweken ben en geen kroos of vergeet-mij-nietjes. De blaadjes zijn al sinds dag 8 niet meer gegroeid, het ruikt niet eens naar basilicum! Mij een beetje met hun tere groene blaadjes verleiden, maar ondertussen niet groeien! Het is dat ik biologisch ben aangelegd, anders had ik ze een scheut Pokon toegediend, dat zal ze leren! In plaats daarvan heb ik het tactischer - of gemener, als je het zo wilt zien - aangepakt. Bij een grote Belgische supermarktketen met een leeuw heb ik een pot biologische, volgroeide basilicum gekocht die ik op de vensterbank in de zon heb gezet. Precies in het gezichtsveld van de kweekzak. De komende dagen ga ik extra lief zijn voor mijn gekochte basilicum, ik zal muziek voor hem spelen, zijn blaadjes oppoetsen en hem met veel smaak opeten, onder luid gesmak.

Wedden dat de basilicum in de kweekzak binnen no time ook groot en sterk wordt en lekker begint te ruiken? Een beetje competitie is nooit weg, iedereen heeft soms een idool nodig om naar op te kijken en het beste uit zichzelf te halen, of je nu een koningskruid bent of niet.

woensdag 21 juli 2010

Sambalbij?

Een verloren zondagmiddag, papa en mama hebben geen zin om te koken, de kinderen hangen al de halve middag lusteloos voor de tv, tijd voor wat afleiding. Wat doet een mens dan? Naar de afhaalchinees, of in Nederland: de afhaal chin.ind. van het chin.ind. spec.rest. Zo heerlijk exotisch en makkelijk, want je hebt nog een mooi prakje voor morgen, die porties zijn altijd zo lekker groot.

De lijst staat vol Chinese tekens en nummers met een Nederlandse vertaling eronder. Zo'n authentieke rijsttafel dan maar, daar zit vast iets bij dat de kinderen ook lusten. Nr. 95: Tjaptjoy, Nr. 35: Nasi Goreng, Nr. 17: Loempia, Nr. 106: Babi Pangang. Nr. 87: Kipsaté. Nr. 16: Haaienvinnensoep. Kroepoek erbij. 'Sambalbij'? Sambal bij.

Naast de traditionele afhaalchinees schieten de wokrestaurants als paddenstoelen uit de grond. Ze propageren een gezonde levensstijl met lichte doch voedzame maaltijden. In praktijk krijg je een papieren bakje met kleffe noodles of zes keer opgebakken korrels die op rijst lijken met een paar stukjes vlees en groente, overgoten met een sloot 'saus naar keuze'.

Het grappige is dat we meestal naar een afhaalmaaltijd grijpen als we geen tijd of zin hebben om te koken. Dat we dan ofwel een halfuur met de buurman kletsen, die ook al geen zin had om te koken, ofwel verwikkeld raken in een spraakverwarring met de persoon die de bestelling opneemt, wat dus bij elkaar meestal langer duurt dan een maaltijd koken, maakt niemand blijkbaar wat uit.

Dit is geen pleidooi tegen de Chinese keuken of Chinese restaurants, in tegendeel! De échte Chinese keuken is ongelofelijk rijk, smakelijk en divers. Het boek Mijn China. Een culinaire rondreis van de Australisch-Chinese Kylie Kwong beschrijft haar reis door China en laat je aan de hand van prachtige foto's kennismaken met alle uithoeken van het land, de mensen en de eetgewoonten. Ze gaat op zoek naar de streek waar haar grootouders vandaan komen, verdiept zich in tradities en laat zich inspireren door lokale mensen en gerechten. Hoewel Kwong een heleboel recepten geeft, is het boek vooral heerlijk om in te lezen, mee op de bank te kruipen en je te laten meevoeren door haar verhaal, dat recht uit haar hart komt. Haar grappige, soms ontroerende en lyrische beschrijvingen van haar ervaringen veranderen je kijk op de Chinese keuken. Als je ziet met welk gemak mensen met beperkte ruimte en middelen in een mum van tijd een heerlijke maaltijd maken, kun je het vast ook zelf! Alleen de beelden al zorgen ervoor dat je er zin in krijgt.

Wedden dat je eerder een volledige maaltijd uit dit boek op tafel hebt dan een afhaalmaaltijd van je chin.ind.spec.rest? En laat je niet ontmoedigen door de stokjes, je mag best met bestek eten!



Kylie Kwong
Mijn China. Een culinaire rondreis
Fontaine Uitgevers 2009
ISBN 987-90-5956-302-5

maandag 19 juli 2010

Delete, schone lei, geniet!

Een heerlijk weekend vol zon, vrienden, eten, kletsen, lachen en spelletjes doen. Wat valt daar nog aan toe te voegen?

Oké, die regenbui van vrijdag waar ik weer eens in terecht kwam zullen we maar even vergeten. Hups, delete, 'Weet u zeker dat u deze wolken en regen naar de prullenbak wilt verplaatsen?' Ja, en leeg die prullenbak ook gelijk maar.

Zo, schone lei, een vrijdagmiddag die begon met een bezoek aan een kookwinkel en verderkabbelde naar een gezellig onderonsje onder een tentje naar een dagje Leuven met nieuwe schoenen en eten bij de Marokkaan in de Muntstraat, langs de heerlijke tuin met hangmat van vrienden en verse pasta tot in een woest spelletje Kubb.

Dit is mijn impressie, maak ook jouw prullenbak even leeg en delete die regenwolken!

donderdag 15 juli 2010

Fetisj

Ik zal het maar bekennen: ik heb een zwak voor oude mannetjes. Oude mannetjes met witte koppies, geruite sloffen of sandalen met witte sokken aan hun voeten en broeken met te korte pijpen en bretels. Ik zou ze soms wel over hun bolletje met witte piekhaartjes willen aaien en ze zo aan het lachen maken dat hun bolle buikje er van schudt.
Maar het allerliefste zou ik ze eens liefdevol aan hun oren willen trekken, want er gaat voor mij niets boven die oudemannetjesoortjes met een klein plukje haar erin en net iets te grote oorschelpen. Het lijkt wel alsof de oren meegroeien terwijl de oude mannen zelf krimpen. Ontzettend schattig, die oren, zoals de GVR van Roald Dahl getekend door Quentin Blake
Maar het blijft niet bij oudemannetjesoortjes. Ook honden-, katten-, geiten- en konijnenoortjes vind ik onweerstaanbaar. Mijn Lief spreekt ondertussen al over een fetisj. Een oortjesfetisj dus, daar kan ik het weer mee doen.

Maar wat was ik blij toen ik tijdens onze huwelijksreis op oortjespasta stuitte! Orechiette uit Puglia. Die moest en zou natuurlijk mee naar huis om gesmaakt te worden met een heerlijke saus waarin ze tot hun recht zouden komen.



En ze waren heerlijk, in hun tomatensaus met gehakt, komijn, chilipeper, oregano, knoflook, ui, blokjes pompoen, courgette en zwarte olijven. De oortjesfetisjiste in mij heeft ervan genoten!

woensdag 14 juli 2010

Koningskruid tegen slangenbeten

Helpt volgens Wikipedia ook tegen artritis, bronchitis, verkoudheid, koorts, influenza, maagzweren, reuma, oorpijn, epilepsie, hartziekten, malaria, sinusitis, buikpijn en overgeven. Het zou zelfs helpen tegen haarverlies, ocharme, had Gerard Joling dat maar eerder geweten.

Nee, dit is niet een of ander wondermiddel dat ik via een obscure email in mijn 'Ongewenste Items' aangeboden heb gekregen. Het gaat hier om een ordinair, doch zeer smakelijk, huis-tuin-en vooral keukenplantje: Basilicum.

Vorige week heb ik van mijn moeder van de kruidenier met de knuffelbare reclame-acteur een zakje gekregen met zelf te kweken basilicum. Biologisch, in een charmante stazak die je gelijk als kweekzak kunt gebruiken. De zak als een zak soep openknippen, een beetje aarde eruit halen, zaadjes erin doen, aarde er weer op en dan 5 eetlepels - niet meer niet minder - water erbij doen en dan wachten. Binnen twee weken kun je je eigen pesto maken. Wat een vooruitzicht, ik heb er nu al zin in.

Al een paar dagen houd ik mijn kweekzakje nauwlettend in de gaten, ondervraag mijn Lief over de stand van zaken en giet elke avond liefdevol een eetlepeltje water op de aarde. En vooruit, soms een beetje meer, het is immers zo warm geweest de afgelopen dagen.



En vandaag gebeurt er dan iets: de zaadjes zijn aan het uitlopen en steken aarzelend hun frisgroene koppetjes boven de aarde uit. Dank aan mijn Lief voor het scheutje water van vandaag!

dinsdag 13 juli 2010

Samen in een tentje


Niets romantischer dan samen met je liefste in een tentje bivakkeren. Tentje opzetten (dat gaat tegenwoordig ontzettend gemakkelijk, dus daar kan je relatie al niet meer op stuklopen), luchtbedjes vol laten lopen, slaapzakken knus aan elkaar ritsen, kussens dicht bij elkaar leggen en klaar is kees.
Tijd voor een romantische tête-a-tête in de buitenlucht, aan je wankele tafeltje met plastic borden, bekers en bestek en een gasvuurtje dat in het gras staat waardoor je je handen verbrandt bij het pakken van het pannetje met dat ozohandige knijpding en pardoes de pasta met vergiet en al in het gras stort.

Maar zo hoeft het niet te gaan, las ik in het boek Outdoor Cooking van Lotje Deelman en Thomas Pelgrom, dat ik laatst bij een culinaire quiz van Food for Foodies wist te bemachtigen. In deze 'Globetrottergids' met prachtige sfeerbeelden zie je hoe het wel kan. Deelman en Pelgrom geven je een duidelijke paklijst en tips voor het inslaan van de goede ingrediënten.
Tot mijn grote verrassing blijkt er zelfs een outdooroventje te bestaan, zodat je op de camping van je zelfgebakken cake kunt genieten. Wel op een rustige camping doen, anders wordt dat romantische ontbijt voor twee ineens een collectieve aangelegenheid!

Dus gooi al die pakjes en potjes kant en klare saus uit dat krat, dat scheelt ook weer ruimte in de auto! De recepten zijn gemakkelijk en helder en de ingrediënten overal verkrijgbaar. Bovendien geven Deelman en Pelgrom handige variatietips voor als je restjes overhebt of je een bepaald ingrediënt niet kunt krijgen.

Bij mij gaat dit boek in ieder geval mee als ik de volgende keer er met een tentje op uit trek met mijn Lief. En bij het eerste romantische etentje maak ik een salade met warme geitenkaas met walnoten en stokbrood en gebakken banaan met gember en crème fraîche toe.

Outdoor Cooking
Lotje Deelman & Thomas Pelgrom
Uitgeverij Terra Lannoo 2009
ISBN 978-90-8989-023-8